Home

Gerechtshof 's-Gravenhage, 25-05-1987, AZ6249, 0901887886

Gerechtshof 's-Gravenhage, 25-05-1987, AZ6249, 0901887886

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum uitspraak
25 mei 1987
Datum publicatie
16 januari 2007
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:1987:AZ6249
Zaaknummer
0901887886

Inhoudsindicatie

Uitspraak uit 1987 in een strafzaak. Publicatie in verband met samenstelling dossier (zie rechtspraak.nl/actualiteiten/dossiers)

Uitspraak

rolnr. 2200229386

prknr. 0901887886

type 8000/1S

HET GERECHTSHOP TE 's-GRAVENHAGE, zevende kamer, rechtdoende in

hoger beroep in strafzaken;

GEZIEN het op 9 december 1986 door de arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage gewezen vonnis , waarbij

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonende te [woonplaats], [adres],

thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting voor vrouwen te Amsterdam,

ter zake van

1. "doodslag",

2 . "opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift,

als bedoeld in artikel 225 eerste lid van het

Wetboek van Straf recht, als ware het echt en

onvervalst, terwijl uit dat gebruik enig nadeel

kan ontstaan, meermalen gepleegd"

is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de t i j d van 6 jaar met

af trek van voorarrest;

GEZIEN de stukken van het geding, waaronder de akte van hoger

beroep van de verdachte;

GELET op het ter terechtzitting in eerste aanleg en het op

11 mei 1987 in hoger beroep gehouden onderzoek;

GEHOORD de advocaat-generaal Meijring in zijn vordering het vonnis van de eerste rechter te vernietigen, bewezen te verklaren hetgeen aan de verdachte onder 1 subsidiair en 2 is telastegelegd en haar te dier zake te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar;

GEHOORD de verdachte en haar raadsman mr G, Spong, advocaat te ‘s-Gravenhage;

OVERWEGENDE, dat het hof zich verenigt met de gronden en beslissingen in het vonnis waarvan hoger beroep vervat en die overneemt met toepassing van de daarin als toegepast vermelde wetsartikelen, met dien verstande dat het hof met dien overeenkomstige wijziging van de redengeving tevens tot het bewijs doet medewerken het in het vonnis waarvan beroep onder 1 gebezigde bewijsmiddel voorzover inhoudende: "Het intreden van de dood door verstikking kan door deze geweldsinwerking worden verklaard.";

OVERWEGENDE, dat van de zijde van de raadsman is betoogd dat het verhoor van 11 september 1986 waarin de verdachte een bekentenis aflegde niet tot het bewijs mag medewerken omdat dit verhoor gehouden is op 18.00 uur;

OVERWEGENDE, dat nog daargelaten dat het gesprek plaats vond op verzoek van verdachte zelf, noch enige wetsbepaling, noch de goede procesorde zich verzetten tegen het horen van de verdachte op het tijdstip als gemeld;

RECHTDOENDE IN HOGER BEROEP:

BEVESTIGT het vonnis waarvan hoger beroep met verbetering en overigens met overneming van gronden,

GEWEZEN door mrs Roggen, vice-president, Luteyn en Vierhout, raadsheren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier mr Wishaw, die dit arrest hebben ondertekend en welk arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 mei 1987.