OR vraagt rechter geheimhouding op te heffen

OR vraagt rechter geheimhouding op te heffen

Gegevens

Nummer
2025/57
Publicatiedatum
6 oktober 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2025:2448
Rubriek
Uitspraak
Trefwoorden
geheimhoudingsplicht, concurrentiegevoeligheid, adviesfunctie, Bolsius-zaak

Feiten

De OR van vervoersbedrijf Hermes krijgt bij een adviesvraag over een aanbestedingsprocedure geheimhoudingsplicht opgelegd. De OR wil echter overleg over de aanbesteding kunnen voeren met de achterban en de vakbonden. In een kort geding doet de rechter uitspraak door een afweging te maken van het belang van de geheimhouding.

Wat speelt er?

Hermes Openbaar Vervoer B.V. is concessiehouder voor het openbaar vervoer in de regio Arnhem en Nijmegen. Zodra de concessie afloopt, zijn er vier scenario’s mogelijk:

  1. Hermes behoudt de concessie.

  2. Het concern schrijft zich in met een andere entiteit.

  3. Een externe partij wint de concessie.

  4. Werknemers gaan over naar ander concernonderdeel.

De ondernemer kiest ervoor om in te schrijven via een andere entiteit binnen het concern. Als dit lukt, gaan alle werknemers over naar die andere entiteit. De OR krijgt een adviesvraag over de aanbesteding en wordt om geheimhouding verzocht, met name vanwege de concurrentiegevoeligheid van de informatie tot de biedingsdeadline.

De ondernemingsraad wil overleg kunnen voeren met haar achterban en de betrokken vakbonden om zodoende een weloverwogen advies te geven op een voorgenomen besluit van de ondernemer. Daarom vraagt de OR aan de rechter om de geheimhouding ten aanzien van de adviesvraag op te heffen.

Beoordeling

De kantonrechter vindt dat Hermes voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het om bedrijfsvertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie gaat. Informatie die van belang kan zijn voor concurrerende vervoersbedrijven die ook voornemens zijn om in te schrijven op de aanbesteding. Het belang van de ondernemingsraad om haar achterban te raadplegen weegt minder zwaar dan het belang van Hermes. Hetzelfde geldt voor het informeren van de vakbonden.

Tegelijkertijd stelt de kantonrechter vast dat de OR zijn adviesfunctie wél kan uitoefenen. De ondernemer heeft de OR namelijk toegestaan om vier mogelijke scenario’s met de achterban te bespreken zolang de voorkeur van de ondernemer niet wordt genoemd.

Commentaar

Het komt niet gek vaak voor dat een OR aan de rechter vraagt om opheffing van de geheimhouding. Vaak heeft de raad zijn handen al vol aan de advieszaak zelf. Dus het is interessant genoeg om te kijken naar het verloop van deze zaak. De rechter maakt een typische afweging tussen de opgelegde geheimhouding en het bedrijfsbelang. Omdat het gaat om direct concurrentiegevoelige informatie, weegt het bedrijfsbelang zwaarder dan het in openheid kunnen spreken van de achterban en de vakbonden. Het is vanaf de zijlijn goed te begrijpen dat de ondernemer geheimhouding hieromtrent heeft gevraagd en in die zin is ook uit te leggen dat de rechtbank geen ontheffing verleent.

Wel het is zo dat de rechter per situatie een zaak van geheimhouding zal beoordelen. Ter vergelijk: in de Bolsius-zaak uit 2007 oordeelde de rechter dat de bestuurder te ver was gegaan met het opleggen van geheimhouding bij het opstellen van een sociaal plan, waarbij openheid naar de achterban essentieel is.

Rechtbank Oost-Brabant, 02-05-2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:2448

Peer van den Bouwhuijsen

Voor meer achtergrond:

Geheimhouding

Adviesrecht