Hoe functioneren OR-leden met een flexibel contract optimaal in de OR?

Hoe functioneren OR-leden met een flexibel contract optimaal in de OR?

Gegevens

Nummer
2022/139
Publicatiedatum
21 november 2022
Auteur
Redactie
Rubriek
Vraag en antwoord
Trefwoorden
flexibel contract, verkiezingen

Vraag

Onze OR heeft binnenkort de verkiezingen. De wijzigingen in de WOR geven aan dat het actief en passief kiesrecht is gewijzigd naar 3 maanden en dat dit ook geldt voor medewerkers met een tijdelijk dienstverband.

Voor mensen die in de organisatie werken op basis van een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever, bijvoorbeeld uitzendkrachten, geldt de regel dat zij gedurende 15 maanden werkzaam moeten zijn om actief en passief kiesrecht te krijgen. Ik heb ook gelezen dat deze rechten in de praktijk van kracht zijn na 18 maanden, 15 + 3 maanden. Is dat correct?

Onze vraag is hoe de bovenstaande regeling uit te voeren voor die medewerkers met een flexcontract en voor uitzendkrachten voor wat betreft faciliteiten voor de OR? Met name wat betreft afspraken rondom de uren voor OR-taken. Onze OR-leden hebben nu per week 4 uur voor OR-taken gefaciliteerd gekregen.

Wij hopen dat u ons daar wat richtlijnen in kunt geven die wij de WOR bestuurder kunnen voorleggen.

Antwoord

In art. 1 WOR en art. 2 WOR staat dat onder de in de onderneming werkzame personen ook wordt verstaan degenen die in het kader van werkzaamheden van de onderneming daarin ten minste 15 maanden werkzaam zijn krachtens een uitzendovereenkomst. Pas na deze 15 maanden beginnen zij met het opbouwen van het recht om 3 maanden later kiesgerechtigd te zijn, c.q. kiesrecht te verwerven (art. 6 lid 2 en 3 WOR).

Overigens is hierover, zover bekend, nog geen rechterlijke uitspraak gedaan. We moeten dus afgaan op de interpretatie van de letterlijke tekst. En dat is dat na 18 maanden de uitzendkracht zowel actief als passief kiesrecht heeft in de onderneming van de inlener (uw organisatie). Ondernemingsraden mogen volgens art. 6 lid 6 WOR in hun OR-reglement blijven afwijken van de wettelijke termijnen voor actief en passief kiesrecht als dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR in de organisatie.

De vraag hoe het bovenstaande in de praktijk werkt voor medewerkers met een flexcontract en uitzendkrachten voor wat betreft de faciliteiten voor de OR is als volgt. Ieder die aan de diensttijdeis in de WOR (art. 6 lid 2 en 3 WOR) of reglement voldoet, kan zich kandidaat stellen voor de OR en gekozen worden. Dit geldt ongeacht de omvang van het arbeidscontract. Toch kan bij parttimers en flexwerkers de tijdsbesteding aan het OR-werk zo’n beslag op de overeengekomen arbeidsduur leggen dat het een belemmering vormt om zich kandidaat te stellen. Ook kan het zijn dat de leidinggevende bezwaar maakt tegen een OR-lidmaatschap. Daarom moeten vooraf of direct na de verkiezing afspraken worden gemaakt tussen het gekozen OR-lid, de leidinggevende en zo nodig de bestuurder. Deze afspraken kunnen bestaan in extra vervanging voor de reguliere werkzaamheden van het gekozen OR-lid (zoals bij de full-timers), dan wel in tijdelijke uitbreiding van diens contracturen voor de duur van het OR-lidmaatschap.

Voor meer achtergrond: Vormgeving medezeggenschapsstructuur

Redactie Inzicht 21-11-2022