KNAW moet besluit terugnemen na negatief advies OR

KNAW moet besluit terugnemen na negatief advies OR

Gegevens

Nummer
2025/21
Publicatiedatum
17 maart 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:3423
Rubriek
Uitspraak
Trefwoorden
afweging belangen, beslisbevoegdheid bestuur, onvoldoende motivering, art. 25 WOR
Relevante informatie

Feiten

Onder de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) vallen diverse Nederlandse onderzoekinstituten, zoals het Herseninstituut. Het Herseninstituut verricht fundamenteel wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de neurowetenschappen. De OR van de KNAW heeft bij de Ondernemingskamer (OK) verzocht tot het terugnemen van een besluit van april 2024 over de geleidelijke uitfasering van het wetenschappelijk onderzoek met non-humane primaten. Dit besluit moest uiterlijk op 1 oktober 2032 leiden tot een volledige stopzetting van dit onderzoek. Het gaat hier om onderzoek met niet-mensapen, zoals bijvoorbeeld resusapen, die als proefdier worden ingezet.

Beoordeling

De OR geeft aan dat de KNAW niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit en voert de volgende argumenten aan:

  • Het besluit is onvoldoende gemotiveerd;

  • De belangen zijn niet afgewogen tegen het belang van voortzetting van het onderzoek voor de KNAW-instituten, onderzoekers en patiënten;

  • Alternatieven zijn niet onderzocht;

  • Het bestuur was niet bevoegd tot het nemen van het besluit.

De KNAW geeft als verweer dat het een principieel besluit is, dat gevoed wordt door maatschappelijke en politieke opvattingen over het doen van onderzoek onder non-humane primaten.

Artikel 25 lid 5 WOR bepaalt dat de ondernemer, indien het advies van de ondernemingsraad niet wordt gevolgd, aan de ondernemingsraad motiveert waarom van het advies is afgeweken. De Ondernemingskamer oordeelt dat het bestuur van de KNAW daar niet aan heeft voldaan. De ondernemer heeft onvoldoende kunnen beargumenteren waarom bepaalde belangen niet zijn afgewogen en alternatieven niet zijn uitgezocht. De Ondernemingskamer gebiedt KNAW het besluit van april 2024 in te trekken en de gevolgen daarvan ongedaan te maken.

Commentaar

Op de achtergrond van deze uitspraak speelt een al langlopende politieke en maatschappelijke discussie over de inzet van proefdieren. In het geval van het Herseninstituut gaat het om de inzet van resusapen voor wetenschappelijk onderzoek. Maar dat is niet de kern van het vraagstuk en de opdracht voor de rechter van de Ondernemingskamer. De rechter beoordeelt of de ondernemer heeft voldaan aan de motiveringsplicht. De ondernemer moet voldoende ingaan op de genoemde argumenten van de ondernemingsraad. De rechter oordeelt dat de KNAW bij zo’n besluit eerst alle afwegingen en risico’s goed in beeld moet brengen. Dat is nu (nog) niet gebeurd en daarom stelt hij de OR in het gelijk en moet het besluit worden ingetrokken.

Gerechtshof Amsterdam, 14-01-2025, ECLI:NL:GHAMS:2024:3423

Peer van den Bouwhuijsen

Voor meer achtergrond:

Adviesrecht

Beroep bij OK