Home

Wet College voor de rechten van de mens

Geldig vanaf 1 januari 2020
Geldig vanaf 1 januari 2020

Wet College voor de rechten van de mens

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2020]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om met het oog op de bescherming van de rechten van de mens, waaronder het recht op gelijke behandeling, en het bevorderen van de naleving daarvan in Nederland en mede ter uitvoering van Resolutie A/RES/48/134 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 20 december 1993 inzake nationale instituten voor de bevordering en bescherming van de rechten van de mens, aanbeveling R (97) 14 van het Comité van ministers van de Raad van Europa van 30 september 1997 inzake de oprichting van onafhankelijke nationale mensenrechteninstituten, richtlijn nr. 2000/43/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PbEG L 180), richtlijn nr. 2004/113/EG van de Raad van de Europese Unie van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten (PbEU L 373) en richtlijn nr. 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking) (PbEU L 204), een nationaal mensenrechteninstituut op te richten, dat tevens is belast met de bescherming van het recht op gelijke behandeling en dat het mede in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Instelling, taak en bevoegdheden

Artikel 1

1.

Er is een College voor de rechten van de mens, hierna te noemen: het College.

2.

Het College is het nationaal instituut voor de rechten van de mens, bedoeld in Resolutie A/RES/48/134 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 20 december 1993 inzake nationale instituten voor de bevordering en bescherming van de rechten van de mens en in aanbeveling R (97) 14 van het Comité van ministers van de Raad van Europa van 30 september 1997 inzake de oprichting van onafhankelijke nationale mensenrechteninstituten.

3.

Het College heeft tot doel in Nederland de rechten van de mens, waaronder het recht op gelijke behandeling, te beschermen, het bewustzijn van deze rechten te vergroten en de naleving van deze rechten te bevorderen.

Artikel 2

Deze wet, met uitzondering van hoofdstuk 2, is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met dien verstande dat artikel 3, onderdeel a, wordt gelezen als volgt:

  1. het doen van onderzoek naar de bescherming van de rechten van de mens;.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Hoofdstuk 2. Onderzoek en oordeel gelijke behandeling

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Hoofdstuk 3. Samenstelling en werkwijze

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 17a

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Hoofdstuk 4. Verslag en rapport

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Hoofdstuk 5. Wijziging van deze wet en andere wetten

Artikel 23a [Vervallen per 01-10-2012]

Artikel 24

Artikel 24a

Artikel 24b

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40