Bonusregeling van Amerikaanse moeder kan niet worden opgelegd
Bonusregeling van Amerikaanse moeder kan niet worden opgelegd
Gegevens
- Nummer
- 2024/68
- Publicatiedatum
- 28 oktober 2024
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Uitspraak
- Trefwoorden
- PPD Nederland, Thermo Fisher Scientific, instemmingsplichtig
- Relevante informatie
- art. 27 WOR
Feiten
PPD Nederland is een organisatie op gebied van geneesmiddelenontwikkeling, een dochteronderneming van het Amerikaanse Thermo Fisher Scientific. PPD Nederland heeft na de overname door Thermo Fisher de oude bonusregeling ingetrokken en een nieuwe regeling (die van de Amerikaanse moeder) ingevoerd. De OR voert bij de kantonrechter aan dat dit besluit instemmingsplichtig was en er geen instemming is gevraagd.
Beoordeling
Het geschil tussen de ondernemingsraad en PPD gaat over een wijziging van de bonusregeling die geldt voor bepaalde medewerkers van PPD. Binnen PPD gold voor medewerkers vanaf functieschaal 8 en hoger een Long-Term Incentive Program (LTI). Dit programma gaf recht op een bonus in de vorm van een geldbedrag. Toen PPD een beursgenoteerde onderneming werd, werd de bonus uitgekeerd in de vorm van opties in PPD. Sinds eind 2021 is PPD een dochteronderneming van het beursgenoteerde Amerikaanse Thermo Fisher Scientific Inc.
Sinds 2023 wordt de LTI niet meer uitgevoerd, maar is The Thermo Fisher Equity Award Program (EAP) ingevoerd. Volgens PPD is dit besluit door Thermo Fisher genomen voor alle ondernemingen die wereldwijd tot het concern behoren. Na een voordracht voor een bonus, wordt in de VS besloten of deze voordracht wordt gevolgd.
De OR is van mening dat PPD op grond van art. 27 WOR instemming had moeten vragen voor het besluit om de LTI te vervangen door de EAP, omdat het gaat om een wijziging van een beloningssysteem. De OR vraagt ook om PPD te verbieden uitvoering te geven aan het besluit en uitvoering te blijven geven aan de LTI, totdat met instemming van de ondernemingsraad is besloten tot een andere regeling. PPD is van mening dat geen instemming nodig is, omdat geen sprake is van een wijziging van het beloningssysteem en geen sprake is van een besluit van PPD, maar van moederbedrijf Thermo Fisher.
De kantonrechter oordeelt dat het besluit om de LTI te vervangen door de bonusregeling van Thermo Fisher een wijziging van het beloningssysteem inhoudt, als bedoeld in art. 27 WOR. Specifiek gaat het hier om een verandering van het beoordelingskader van de bonusregeling. De LTI gaf medewerkers vanaf een bepaalde loonschaal een gegarandeerd recht op een bonus. Onder de EAP gelden voorwaarden die voorheen niet golden, zoals de prestaties van de desbetreffende medewerkers, een maximum aan het aantal te belonen medewerkers binnen een loonschaal en het beschikbare budget. Hierdoor zullen minder medewerkers aanspraak kunnen maken op een bonus.
De kantonrechter oordeelt dat het besluit van Thermo Fisher om de LTI te vervangen door de EAP aan het Nederlandse PPD moet worden toegerekend. De buitenlandse moeder van een Nederlandse onderneming zal zich rekenschap moeten geven van de in dit land geldende medezeggenschapswetgeving. Volgens de kantonrechter had voor het besluit instemming moeten worden gevraagd en is het genomen besluit nietig. De kantonrechter is wel van oordeel dat PPD zo snel mogelijk en met instemming van de ondernemingsraad een nieuw besluit dient te nemen over een nieuwe bonusregeling.
Commentaar
Bij voetbal zouden ze zeggen ‘dit is er één uit het boekje’. Ofwel: toepassen van de regels. Er wordt door de ondernemer voorbij gegaan aan de in Nederland geldende medezeggenschapswetgeving. Na een overname wordt eenzijdig een regeling toegepast van het moederbedrijf. De OR heeft tijdig de nietigheid van het besluit ingeroepen en dus wordt de ondernemer teruggefloten. De uitslag is dus klip & klaar. De OR wint deze ‘wedstrijd’ en PPD zal snel met een nieuw bonusvoorstel moeten komen.
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2024:9798
Peer van den Bouwhuijsen