OR komt op voor rechten OR-leden

OR komt op voor rechten OR-leden

Gegevens

Nummer
2025/29
Publicatiedatum
14 april 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:375
Rubriek
Uitspraak
Trefwoorden
PI Middelburg, vrijstelling, periodieke medezeggenschaps- en vakbondsvrijgesteldentoelage, art. 21 WOR
Relevante informatie

Feiten

Het betreft hier een zaak van de OR van de penitentiaire inrichting (PI) van Middelburg. Bij PI Middelburg zijn zo’n 220 personen werkzaam. Voor PI Middelburg is een ondernemingsraad ingesteld, die bestaat uit negen personen. De OR is het niet eens over hoe PI Middelburg het personeelsreglement toepast ten aanzien van de vergoeding voor onregelmatige diensten. Het uitgangspunt is daarbij dat OR-leden geen terugval mogen hebben in inkomen als ze door hun OR-werk minder onregelmatige diensten werken. In het personeelsreglement staat: ’Als u vrijgesteld bent voor medezeggenschaps- of vakbondswerkzaamheden en daardoor geen of minder onregelmatige diensten draait, heeft u recht op een periodieke medezeggenschaps- en vakbondsvrijgesteldentoelage om te garanderen dat u niet terugvalt in inkomen.’

Zowel de werkgever als de OR zijn van mening dat het OR-lidmaatschap niet mag benadelen. Alleen vindt de OR dat de berekening van de genoemde toelage niet correct wordt toegepast en stapt naar de kantonrechter. De werkgever voert aan dat de OR is niet-ontvankelijk in zijn verzoek, omdat de OR niet vanwege de huidige leden van de OR om nakoming van rechtspositionele afspraken uit een personeelsreglement kan vragen.

Beoordeling

Artikel 21 WOR bepaalt dat de ondernemer ervoor moet zorgen dat OR-leden geen nadeel ondervinden van hun lidmaatschap. Zowel individuele OR-leden als de OR zelf kunnen de kantonrechter vragen om de ondernemer te verplichten dit na te komen.

De rechter oordeelt dat er een breder belang geldt dan alleen dat van een individueel OR-lid. Het is een bescherming van alle huidige leden, maar ook een waarborg voor potentiële OR-leden. Die moeten erop kunnen rekenen dat werk voor de OR er niet toe leidt dat zij een terugval krijgen in inkomen.

De slotsom is dat het verzoek van de OR kan worden toegewezen, in die zin dat PI Middelburg de juiste systematiek voor het bepalen van de medezeggenschaps- en vakbondsvrijgesteldentoelage moet volgen. Voor die systematiek geldt: eerst vaststellen dat een OR-lid in het referentiejaar een onregelmatigheidstoeslag ontving en vervolgens dat door de OR-vrijstelling minder onregelmatige diensten zijn gedraaid.

Commentaar

Werkgever en de OR kennen geen verschil van mening over de kern van de zaak: dat het OR-lidmaatschap niet mag leiden tot benadeling, in dit geval met betrekking tot de onregelmatigheidstoeslag. Het conflict ging over de (technische) toepassing van de afspraak. Daarover heeft de kantonrechter een uitspraak gedaan. Van belang hierbij was dat de rechter oordeelt dat er een breder belang speelt dan alleen het belang van een individueel OR-lid. Voor zowel de OR als de werkgever, is aan te raden dat de gemaakte afspraken duidelijk worden vastgelegd, bijvoorbeeld in een ondernemingsovereenkomst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:375

Peer van den Bouwhuijsen

Voor meer achtergrond: Bescherming tegen benadeling en ontslagbescherming